dinsdag 8 maart 2011

SITE2011: 21st Century Skills (deel 3)

Na de keynote is het de beurt aan Joke Voogt, Mary Webb, Margaret Cox en Niki Davis.
Zij geven presentaties rondom "Twenty first century pedagogy for technology
enhanced learning", waarna een paneldiscussie zal plaatsvinden.

Een verslag van de derde presentatie:

Niki geeft de derde presentatie. De titel is "leadership for online learning within & across secondary schools". Niki doet onderzoek in Nieuw Zeeland, Christchurch (ja, daar was de aardbeving) en een collega van haar heeft een artikel geschreven over het gebruik en het belang van sociale media na zoiets verschrikkelijks als een aardbeving. Daarover later hopelijk meer, want dat is een interessant verhaal geworden.

Niki vertelt op dit moment over haar onderzoek naar e-learning en blended learning. Dit fenomeen is nog steeds groeiende over de hele wereld, maar er is nog genoeg werk te doen om docenten daar goed voor toe te rusten. In Nieuw Zeeland zijn verschillende clusters te onderscheiden waar e-learning en blended learning plaatsvinden. Waar Niki op wijst is dat je niet zomaar aan blended learning kan gaan doen. Je kan niet van een goede docent eventjes een web-based docent maken. De aanpak in Nieuw Zeeland: een 21st century approach to e-learning. Belangrijk daarbij is dat je als docent weet wanneer je wel en niet ict moet gebruiken. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen 3 verschillende docenten:
  1. de e-teacher, de docent die alles online doet
  2. de m-teacher, de docent die een blended learning aanpak heeft
  3. de d-teacher: een "design teacher", een docent die materiaal en vakken ontwikkeld die geschikt zijn voor e-learning
Naast het werk van de docenten is leiderschap van belang. Ook daar onderscheidt Niki 3 verschillende soorten mensen:
  1. de traditionele "principal", de manager, verantwoordelijk voor leiderschap en management van de school
  2. de "e-principal" een mentor binnen de school die docenten begeleid op het vlak van (vak)didactisch ict-gebruik, een makelaar is tussen de docenten, maar ook tussen scholen om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren
  3. een "national facilitator", iemand die in een regio (en daarbuiten), informatie kan uitwisselen en invloed kan uitoefenen op beleid, waarbij expliciet aandacht moet zijn voor professional development
De rol van de leiders is dat ze gericht moeten zijn op de lerende en zijn/haar behoefte en op het ondersteunen van de leraren om die studenten te kunnen ondersteunen. Dat betekent ook dat de leiders moeten weten hoe het zit met change management. En: docenten moeten zelf leiders worden. En daar is professional development voor nodig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten