vrijdag 18 februari 2011

Ontwerp en ontwikkeling van onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen

Op 17 februari studeerde Yanieke Paalman af voor haar masteropleiding Curriculum Instruction and Media Applications aan de UT. Samen met Susan McKenney mocht ik haar begeleiden. Yanieke's scriptie is getiteld "Een intelligent ontwerp. De ontwikkeling van het vak Life & Science voor hoogbegaafde leerlingen van het Bonhoeffer College". Het is een heel mooi voorbeeld van wat studenten van onze masteropleiding doen tijdens hun afstudeertraject. Daarom plak ik hieronder de samenvatting van haar scriptie. Geinteresseerden voor het hele stuk kunnen contact met me opnemen!

Context van het onderzoek
Het Bonhoeffer College - locatie Van der Waalslaan is een van de 22 scholen in Nederland die het certificaat ‘Begaafdheidsprofielschool’ ontvingen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het ontvangen van het certificaat betekent dat de school in staat is om maatwerk aan te bieden voor (hoog)begaafde leerlingen (De Boer, 2010). Het Bonhoeffer College biedt sinds schooljaar 2003-2004 extra stof aan voor hoogbegaafde en talentvolle leerlingen in een zogenaamde VwoPlus-klas. Op het Bonhoeffer College bleek dat er in de Plusklas behoefte is aan een breder en meer verdiepend aanbod in bètavakken, taal en in onderzoeks- en studievaardigheden. In 2010 daarom een voorstel voor aanpassing van het curriculum van de VwoPlus-klas gedaan (Bonhoeffer College, 2010). Voorgesteld werd om twee nieuwe vakken toe te voegen aan het curriculum voor de Plusklas, namelijk Life & Science en Spaans.

Doel van het onderzoek
Het doel van dit ontwerponderzoek is het ontwikkelen van het vak Life & Science. Onderzocht wordt welke principes ten grondslag liggen aan het curriculum van Life & Science. Zo wordt gekeken naar de eigenschappen en behoeften van hoogbegaafde leerlingen en wordt er onderzocht welke doelen, benadering en leeractiviteiten geschikt zijn voor bètaonderwijs aan hoogbegaafde leerlingen. Deze scriptie beschrijft dit onderzoek en de hierop volgende ontwikkeling van het curriculum voor het vak Life & Science. Dit ontwerponderzoek is ontstaan vanuit de samenwerking van het Bonhoeffer College met de Universiteit Twente en gestart vanuit de gedachte dat de Universiteit Twente een bijdrage zou kunnen leveren aan het opzetten en uitvoeren van een vak voor hoogbegaafde leerlingen uit de onderbouw van het Bonhoeffer College.

De volgende onderzoeksvraag stond centraal:
Hoe moet het curriculum voor leerjaar 1, 2 en 3 van het vak Life & Science voor VwoPlus-leerlingen van het Bonhoeffer College er uit komen te zien?

De opbrengst van dit onderzoek is tweeledig: enerzijds levert het een ontwerp op van het vak Life & Science, welke praktisch bruikbaar is en geïmplementeerd kan worden op het Bonhoeffer College. Anderzijds draagt dit onderzoek bij aan de kennis over het ontwikkelen van dergelijke interventies. Dit leidt tot een set van ontwerprichtlijnen voor het ontwerpen van bètaonderwijs aan hoogbegaafde leerlingen uit de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Deze ontwerprichtlijnen zijn gebaseerd op zowel theorie als op empirische toetsing en ervaringen vanuit de praktijk.

Onderzoeksaanpak
Voor dit onderzoek is een aanpak gekozen die beschreven is als Educational design research (onderwijskundig ontwerp onderzoek). Dit onderzoek beslaat de analysefase, ontwerpfase en een fase van empirische toetsing van verschillende prototypes van het ontwerp. De analysefase, waarin zowel literatuur als de praktijk worden geanalyseerd, leidt tot een set van ontwerpprincipes die de basis vormen voor het ontwerpen. De volgende fase is het iteratieve proces van ontwerp, evaluatie en herontwerp van prototypes. Tijdens het iteratieve proces van ontwerp, evaluatie en herontwerp zijn er drie versies van het curriculumontwerp geschreven. De eerste versie is gebaseerd op de set ontwerpprincipes en de toetsing hiervan in de praktijk. Dit ontwerp is vervolgens geëvalueerd met experts van SLO en een docent levensbeschouwing. Op basis van deze evaluatieronde is de tweede versie van het ontwerp geschreven, deze versie is vervolgens geëvalueerd met de toekomstige gebruikers van het ontwerp, namelijk de betrokkenen vanuit het Bonhoeffer College en de Universiteit Twente. Op basis van deze evaluatieronde is het derde en uiteindelijke curriculumontwerp geschreven. Deze prototyping fase heeft een empirisch karakter, de interventies worden niet geïmplementeerd in de praktijk. Deze stap valt buiten de tijdsspanne van dit onderzoek.

Resultaten
Tijdens het proces van ontwerpen, evalueren en herontwerpen is nauw samengewerkt met experts en de toekomstige gebruikers van het curriculum om een zo optimaal mogelijk ontwerp op te leveren dat zowel wetenschappelijk verantwoord als praktisch bruikbaar is. Dit heeft een curriculumontwerp opgeleverd dat tweeledig is, namelijk een globaal ontwerp en een uitwerking van leerjaar 1.

Het globale curriculumontwerp legt een basis voor het vak Life & Science voor de gehele drie leerjaren van het vak. Hierin wordt de rationale beschreven, worden doelen weergegeven en worden vaardigheden uitgewerkt tot een leerlijn voor het vak. Als einddoelen van het vak staan acht vaardigheden centraal, namelijk onderzoeken, ontwerpen, samenwerken, reflecteren, verdiepen, taalvaardigheden, reken- en wiskundevaardigheden en informatievaardigheden.

Met deze globale leerlijn als basis, kan voor elk leerjaar een specifiek en passend curriculumontwerp worden uitgewerkt. In deze scriptie is dit gedaan voor leerjaar 1, waarvoor een didactisch model is ontwikkeld. In leerjaar 1 staan de vaardigheden ontwerpen en samenwerken centraal. Naast dit ontwerp, zijn er ontwerprichtlijnen opgesteld voor het ontwikkelen van bètaonderwijs aan hoogbegaafde leerlingen. Deze ontwerpprincipes zijn gebaseerd op de theorie en op empirische bevindingen. Deze richtlijnen zijn zowel procedureel als inhoudelijk van aard en dragen bij aan de kennis over het ontwerpen van dergelijke interventies. Tot slot worden er aanbevelingen gegeven voor implementatie van het ontwerp en de ontwikkeling van leerjaar 2 en leerjaar 3.

donderdag 17 februari 2011

De iPad "at its best"...

Sinds afgelopen vrijdag heb ik 'm.. de iPad.. Een iPhone heb ik nooit gewild, ik ben zeer tevreden met mijn htc en al dat "iGedoe" hoefde voor mij niet. Maar die iPad.. dat is toch wel iets anders. Maar omdat ik altijd tegen de iDingen was heb ik nog niet tegen heel veel mensen gezegd dat ik 'm nu toch heb. Vanmorgen zag ik echter het berichtje van Wilfred Rubens die verwees naar de "7 Things You Should Know About iPad Apps for Learning". Ik heb die 7 dingen eens doorgenomen en was eerlijk gezegd een beetje teleurgesteld in dit stuk van Educause.

Onder het kopje "Why is it significant?" staat "the iPad combines robust computational functionality with a screen large enough to serve as a legitimate replacement for printed textbooks and other course materials, with the added benefi ts of interactivity. Dat klinkt veelbelovend. Maar wat staat er bij "What are the implications for teaching and learning?" over de apps: at their best, these applications that live in the spaces where education and entertainment overlap can capture the imagination, enticing students to learn on their own.

At their best?? Volgens mij is dat juist de kracht van de iPad! En ik hoef alleen maar te kijken wat er bij mij thuis gebeurt.. Want wie mag er op de iPad? Krijg ik de tijd om alles te ontdekken, spelletjes te spelen en te kijken of we zoiets in het onderwijs kunnen gebruiken? Of wil mijn dochter van 5 woordjes leren, tekeningen in spiegelbeeld maken of memory spelen? Of willen mijn zoontjes van 2 en bijna 4 leren over dierennamen en -geluiden of over vervoermiddelen? Ja, zelfs mijn 2-jarige kan de iPad bedienen.. geweldig toch?!? Als dat "at its best" is dan ben ik heel benieuwd naar verdere ontwikkelingen!