Nadat Christopher Day een aantal redenen heeft aangegeven waar de kloof tussen onderzoek en praktijk vandaan komt (hij noemt ze self-inflicted separations en ze gaan o.a. in op de specifieke onderzoekstaal/jargon van onderzoekers en de eeuwige discussie over welke onderzoeksmethode nu het beste is) worden drie soorten onderzoek genoemd die problemen kunnen oplossen in de onderwijspraktijk:
- Research into practice settings: the experimental model
In dit soort onderzoek wordt een experiment bedacht door een onderzoeker, dit wordt in de praktijk gebracht en conclusies worden getrokken (the researcher as solution giver) - Design research and development
De onderzoeker is ook ontwikkelaar, als extern persoon betrokken bij het onderzoek, maar de leraar is de belangrijste betrokkene - Participatroy action research
In dit model doet de onderzoeker mee in de praktijk van de leraar als ondersteuner van het proces en helpt waar mogelijk
Maar wat betekent dit nu voor de leraar? Hij/zij moet ook over competenties beschikken om mee te draaien in het onderzoek. Als de leraar zich goed voelt bij het onderzoek, het onderzoek ook echt een probleem uit zijn/haar praktijk oplost en de leraar durft daardoor ook mee te doen zouden er goede stappen gezet kunnen worden.
Christopher Day eindigt zijn presentatie met de vraag waarom mensen onderzoek doen en wat de beste reden is. Er zijn mensen die onderzoek doen omdat het moet, om een baan te hebben en geld te verdienen (research as a job), mensen die onderzoek doen om hogerop te komen (research as a career) en dan vaak met onderzoek stoppen als het beoogde carrierepad bereikt is en mensen die onderzoek doen omdat zij nieuwe kennis willen creeeren, leraren willen ondersteunen en onderwijs willen vernieuwen (research as a vocation). Uiteraard gaat Christopher's voorkeur uit naar het laatste!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten