dinsdag 11 december 2007

Online gastcollege Social Software in het Onderwijs

Vandaag heeft Wilfred Rubens een gastcollege verzorgd in een van mijn vakken. Het gastcollege ging over Social Software in het onderwijs. Omdat het niet mogelijk was om live online aanwezig te zijn had Wilfred de presentatie van te voren gemaakt in Zentation zodat ik 'm vandaag kon laten zien. Wat een service!

De presentatie van Wilfred is opgedeeld in een aantal stukken. Erg handig! We begonnen met het stukje waarin hij zichzelf voorstelt. Een mooie manier om het persoonlijk te maken ondanks dat hij niet echt aanwezig was. Na het voorstellen kregen de studenten een stuk presentatie te zien waarin het begrip en het idee achter social software werd geintroduceerd. Het gaf een goed overzicht met literatuurverwijzingen die aansloten bij literatuur die de studenten al eerder hadden gebruikt of bij vergelijkbare artikelen. Het stukje was wel wat aan de lange kant, 14 minuten. Op zich klinkt dat niet lang, maar ik merkte dat de studeten na een minuut of 10 toch wel wat heen en weer begonnen te schuiven.

Daarna moesten we vanwege de tijd een keuze maken. Omdat we het vorige week al over wiki's hadden gehad hebben we het stuk over de weblogs bekeken. Dit kwam de studenten wel bekend voor, hoewel er maar 2 van de 16 studenten ook echt iets doen met weblogs (waar ze overigens Hyves voor gebruiken). De interesse ging met name uit naar het gebruik van dit soort toepassingen in het onderwijs en daar geeft ook het laatste deel van de presentatie informatie over.

Het was een interessante manier van college (laten) geven. Na afloop van het college kwam een van de studenten naar me toe met de opmerking dat ik eigenlijk ook zou moeten waarschuwen voor dit soort ontwikkelingen. Veel werkgevers schijnen voor een sollicitatiegesprek eerst op internet te zoeken naar hyves pagina's, weblogs, etc. om zich op die manier alvast een beeld te vormen over de persoon. En als je daar als student al je uitgaansavonturen uit de doeken doet zou dit wel eens niet zo positief kunnen werken...

maandag 10 december 2007

Levensechte animaties

Ik ben vanavond naar de film geweest: naar Beowulf. Tijdens de eerste beelden van de film keken mijn kijkgenoot en ik elkaar aan in het donker en zeiden tegelijk: "is dit echt?" en meteen daarop "nee, het is een animatie!". Toch moesten we wel even heel goed kijken. De beelden van wat verder af leken heel erg echt. Ook de personen leken heel goed (je zag bijvoorbeeld Anthony Hopkins in een van de hoofdpersonen), maar op het moment dat ze iets zeiden zag je toch aan de mond dat het niet helemaal klopte. En het hopsen op een paard zag er ook niet zo echt uit. Toch was het heel erg knap gedaan en ook heel realistisch.

Ik had vandaag te maken met nog 2 van dit soort dingen: een game waarin het stadion van FC Twente centraal staat en een voorstel voor een 3d-wereld waarin je bezig kon gaan met conflicthantering. De game, onderdeel van het project Scoren in de Wijk, laat een representatie van het stadion zien. En dat is redelijk goed gelukt! Hoewel de game zo ontworpen is (door IJsfontein) dat het eventueel ook te gebruiken is om een ander stadion te laten zien heb je wel het idee dat je in het Arke stadion rondloopt. De game is bedoeld om kinderen van groep 6, 7 en 8 spelenderwijs met taal in aanraking laten komen met als doel het plezier in taal te stimuleren en daarmee taalachterstand weg te werken. Meer hierover in een latere blog.

De 3d-wereld rondom conflicthantering is ook interessant. Het idee is dat je in situaties komt die in een conflict kunnen ontaarden bij een bepaalde actie van de speler. Deze specifieke 3d-wereld moet nog getest worden, maar er zijn de laatste tijd meerdere 3d-werelden ontwikkeld die in onderwijssituaties ingezet kunnen worden. Hoewel ik elke keer met veel interesse en enthousiasme dit soort ontwikkelingen volg en bekijk moet ik heel eerlijk bekennen dat ik het meestal tegen vind vallen. Ik heb zelf bijvoorbeeld een account (sorry.. een alter ego natuurlijk!) bij SecondLife en afgezien van het feit dat ik het best wel lastig vind om in die wereld iets voor elkaar te krijgen heb ik nog niet echt werkende onderwijsvoorbeelden gezien. En... ik vind het er eigenlijk helemaal niet zo mooi uit zien... maar dat mag je volgens mij niet zeggen (heb ik bij deze toch gedaan). Als iemand een goed voorbeeld heeft van een werkende, effectieve 3d-wereld dan hoor ik het graag, want interessant blijft het wel!

woensdag 5 december 2007

Ontwerpdilemma's voor mediaproducties

Het eerstejaars vak dat ik verzorg voor de studenten van Educational Design Management & Media (voorheen Toegepaste Onderwijskunde zoals ik nog maar steeds blijf uitleggen) wordt steeds interessanter. In het eerste blok hebben de studenten theorie over media en over het ontwerpen van media voor onderwijskundige toepassingen aangehoord en hebben zij de basisvaardigheden rondom vormgeving, webdesign en video geleerd.

We zijn nu bezig in het tweede blok en de studenten zijn bezig om op basis van ontwerpprincipes een eigen educatieve website te bouwen. Daarbij maken ze gebruik van tekst, plaatjes, video, animaties (flash) en spelletjes (gamemaker).

De week begint met een werkcollege waarin een groepje studenten een ontwerpdilemma ter sprake brengt. Want je kunt wel uitgaan van een theoretisch ontwerpprincipe, maar vaak loop je in de praktijk tegen een aantal dingen aan die toch anders werken dan in een wetenschappelijk artikel beschreven staat. Een aantal voorbeelden:

Richard Mayer heeft een aantal multimedia principes beschreven. Een daarvan is het Coherence principe, dat aangeeft dat "Students learn better when extraneous words, pictures, and sounds are excluded rather than included". En hoewel je dat in theorie heel goed kunt begrijpen is het toch lastig om een website te maken voor leerlingen van groep 8 zonder het gebruik van die exta woorden, plaatjes en geluiden. Want hoe maak je nu een website die leuk en aantrekkelijk genoeg is? Hoe hou je dan rekening met het Coherence principe? En hoe strak moet je je houden aan een dergelijk principe? Of is het zo dat het principe voor elke doelgroep een andere betekenis heeft? Een lastig dilemma, waar elke groep wel mee worstelt...

Een ander voorbeeld van een ontwerpdilemma heeft te maken met de Usability rules van Jakob Nielsen. Uiteraard moet een gebruiker van een website altijd weten waar in de site hij of zij zich bevindt. Maar hoe regel je dit nu als het ook een interactieve site moet zijn met verwijzingen? En op welke manier maak je op een pagina duidelijk waar je bent? En moet dat dan met kleuren of met woorden of met allebei?

En als je auteurs gaat combineren wordt het nog leuker. Want hoe zorg je ervoor dat je een omgeving creeert waarbij
- studenten beter leren als ze worden aangemoedigd verbanden te leggen tussen hun eigen ervaringen en hun interpretaties van de dagelijkse observaties en gebeurtenissen om hen heen (Jonassen, 2001)
- je rekening houdt met het feit dat de huidige media een zo grote capaciteit hebben om informatie aan de studenten over te dragen dat die gemakkelijk meer kan zijn dan de studenten mentaal kunnen verwerken (Clark & Mayer, 2006).

Voor doorgewinterde websitebouwers lijken dit wellicht triviale zaken. Maar probeer het maar eens: pak een artikel uit een boek of journal, haal de ontwerprichtlijnen eruit en maak een website. Geloof me, dat valt niet mee!


Referenties

Mayer, R.E. (2001). Multimedia learning. Cambridge: Cambridge University Press.

Jonassen, D. (2001). Learning from, in, and with multimedia: An ecological psychology perspective. In S. Dijkstra, D. Jonassen, D. Sembill (Eds.) Multimedia learning: results and perspectives, pp. 41-67. Frankfurt am Main: Peter Lang GmbH.

Clark, R., & Mayer, R. (2006). Using Rich Media Wisely. In: R. Reiser, & J. Dempsey (Eds.) Trends and Issues in Instructional Design and Technology, 2nd Edition, pp. 311 - 322. Columbus: Ohio, Merrill Prentice Hall.

maandag 3 december 2007

Reflectie via video

Al een paar dagen niets gepost op m'n weblog, omdat ik druk bezig ben geweest met het schrijven van een verslag over reflecteren op video-opnames. Misschien kennen jullie DiViDU wel, een webtool waarin leren van video centraal staat. Studenten nemen een praktijksituatie op met behulp van video en analyseren dit door a) zelf te reflecteren op hun handelen en b) anderen te vragen om te reflecteren op het handelen. Die "anderen" kunnen docenten of begeleiders zijn, maar ook mede-studenten.

DiViDU wordt al wat langer ingezet en dan met name in bijvoorbeeld de lerarenopleiding. Zelf heb ik het gebruikt in een ander soort praktijksituatie: een overleg waarin experts elkaar op de hoogte brengen van hun kennis en deze kennis proberen te delen om uiteindelijk tot een samenhangend advies te komen.

Het gaat om het tweedejaars Bachelorvak “Curriculum, Instructie en Media: PraktijkoriĆ«ntatie” (CIMP), waarin studenten leren een onderwijskundig advies te geven aan de hand van een authentieke vraag vanuit de onderwijspraktijk. De bedoeling is dat de studenten vanuit verschillende invalshoeken en bronnen tot dit advies komen. Iedere student in een groepje van 3 neemt een specialistenrol (Curriculum, Instructie en Media) op zich. Uit voorgaande jaren bleek echter dat het inzetten van de expertise, voortvloeiend uit de specialistenrol, ten behoeve van het groepsresultaat niet eenvoudig is, studenten blijven met name in hun eigen expert-rol en vinden het moeilijk om de 3 inzichten te combineren. Wij als docenten hebben onvoldoende zicht op hoe de inhoudelijke kennisuitwisseling verloopt en kunnen daardoor op dit punt weinig sturen. Het idee was om DiViDU in te zetten zodat wij als docenten zien hoe de studenten samenwerken, in het bijzonder op het gebied van de inhoudelijke kennisdeling.

Het resultaat was positief: we hebben inderdaad gezien hoe studenten samenwerken, hoe ze de expertrol op zich nemen en hoe ze kennis delen. We hebben ook gezien dat het voor studenten van onze opleiding niet moeilijk is om video te maken, te editen en te uploaden. Maar wat we ook zagen is dat reflecteren een vak apart is.. want hoe blijf je nu vriendelijk en kritisch tegelijk? De meesten losten dit op door met name vriendelijk te blijven en te zeggen dat er goed overlegd werd. Maar toen wij als docenten nogmaals naar de video-opnames keken zagen we dat als de studenten eenmaal opereren in de rol van een expert, dit ook blijven doen. Ze vinden het over het algemeen moeilijk om de kennis die de verschillende experts hebben opgedaan samen te voegen en daarna met een wat bredere blik te kijken naar het probleem dat opgelost moet worden. Het daarna maken van een geĆÆntegreerd advies blijft daardoor een lastige activiteit.

En niet dat de studenten geen goed werk hebben geleverd. Integendeel. De opdrachtgevers van de studenten waren over het algemeen zelfs wel goed te spreken over het advies dat zij ontvingen. Maar het is toch anders om vanuit je rol als docent naar zowel het advies als het proces om tot dat advies te komen te kijken.

En hoe moeten we dat volgend jaar aanpassen? Een lesje geven in reflecteren? Nee, want daar gaat het in principe niet om. Het gaat er om dat we de studenten zo begeleiden dat ze ondanks hun expertrol die ze in het begin krijgen toch ook overzicht kunnen krijgen over de andere expertisegebieden. Zelf vind ik dat ondanks mijn werkevaring soms nog lastig, dus ik kan me goed voorstellen dat het voor tweedejaars studenten ook niet meevalt.

We gaan op zoek naar een werkvorm waarin we de studenten toch weer zullen vragen om de diepte in te gaan in hun expertrol en waarin ze daarna met een helikopterblik moeten kijken naar de informatie die ze in hun groepje hebben verzameld. Maar hoe krijg je die helikopter van de grond? Dat is volgens mij de vraag die we moeten beantwoorden...

maandag 26 november 2007

Van weblog naar weblog

Op aanraden van een aantal mensen heb ik mijn weblog verplaatst van Hyves naar Blogspot. Maar... hoe zorg ik er nu voor dat deze berichten vindbaar zijn? Ik merk meteen dat ik nog maar een beginner ben. Ik moet natuurlijk iets doen met rss en dat kan ik wel weer koppelen met m'n Hyves pagina, maar wat schiet ik daar nu precies mee op? Dat mijn "trouwe lezers" mijn berichten kunnen blijven lezen? Het idee was eigenlijk dat ik meer lezers zou vinden. Want bloggen voor jezelf is leuk, maar dat anderen het kunnen lezen en vooral ook kunnen reageren is natuurlijk nog leuker. Blijkbaar ben ik wel beter te vinden als er via een zoekmachine gezocht wordt, dus dat is wel positief. Mmm... ik moet er nog maar eens even beter naar kijken. Wordt vervolgd dus via deze plek!

donderdag 22 november 2007

Gaming in het onderwijs

In het eerstejaars vak dat ik geef, Atelier 1, ontwerpen en ontwikkelen de studenten een "educatieve multimediaomgeving", oftewel een website met een educatief doel met daarin ieder geval tekst, plaatjes en video. Dit doen zij op basis van ontwerpprincipes en een ontwerpmethode die in het vorige blok besproken zijn in de hoorcolleges.

Naast het werken aan hun website hebben we elke dinsdagochtend een werkcollege. Daarin doen we twee dingen:
- in het eerste uur van het werkcollege bespreken we (of eigenlijk de studenten) een "ontwerpdilemma", waarbij de studenten zelf een ontwerpprincipe wat ze gekozen hebben bespreken (hoe zit het in elkaar, wat zegt de literatuur daarover en waar lopen wij in de praktijk tegenaan)
- het laatste half uur van de werkcolleges besteed ik aan nieuwe media, zoals games en second life, maar bijvoorbeeld ook podcasting, hyves & msn, wiki's etc.

Afgelopen dinsdag was de eerste keer dat we een nieuw medium bespraken: gaming. Ik had een gastdocent uitgenodigd om daar iets over te vertellen. In dit geval was dat Renee Filius, werkzaam bij het IVLOS van de Universiteit van Utrecht.

Renee presenteerde haar werk op het gebied van gaming en ging met name in op een cursus die zij samen met een college verzorgd had voor studenten van de lerarenopleiding. Het uitgangspunt bij deze cursus over gaming was "het zelf ontwerpen van games is minstens zo leerzaam als het spelen ervan".

Door de studenten zelf een game te laten ontwerpen maakten zij kennis met educatieve games en konden zelf ideeen vormen over de mogelijkheden ervan in het onderwijs. Daarnaast moesten ze natuurlijk zelf de lesstof voldoende begrijpen om er ook daadwerkelijk een game over te ontwerpen.

De eerstejaars studenten van Atelier 1 vonden het een interessant verhaal. Niet in de laatste plaats omdat ik ze dit in een college al eens had verteld en nu hoorde dat het in de praktijk ook echt zo werkte (en ik dus niet zomaar iets had lopen verkondigen.. ).

Een deel van het verhaal van Renee sloot dan ook naadloos aan op theorie die ik in de hoorcolleges had behandeld. Hoe de studenten dat toepassen in hun eigen omgeving is een onderwerp voor een latere blog...

donderdag 15 november 2007

Presentatie op Flexible Learning Conference

Vandaag was ik in Oslo te gast bij de Universiteit (http://www.uio.no/english/). Ter ere van het 5-jarig bestaan van het Flexible Learning initiatief werd een conferentie georganiseerd en ik mocht daar een presentatie geven.
De afgelopen 5 jaar heeft de Universiteit van Oslo niet stilgezeten. Er zijn 126 projecten uitgevoerd op verschillende faculteiten, allemaal met het doel om onderwijs op de een of andere manier flexibel aan te bieden met behulp van ict. Doel van de projecten was met name om een dienst te bieden aan studenten en om een betere doorstroom van studenten en betere resultaten van studenten te behalen. Tijdens de conferentie werden een aantal van deze projecten gepresenteerd. De onderwerpen van de presentatie waren o.a.
- video-opnames van colleges
- digitaal toetsen
- peer review
- mediarijke leeromgevingen
- taalonderwijs op het web
- wiki's & weblogs
- podcasting & YouTube
Vergelijkbaar dus waar we in Nederland ook mee bezig zijn!

Samen met Mark Leslie van Martello Media (Ierland) mocht ik de conferentie openen. Mark Leslie is van oorsprong een architekt die geinteresseerd raakte in multimedia. Nu is hij met name bezig met projecten rondom musea. Hij ontwerpt niet alleen de gebouwen, maar denkt ook na over de inrichting van zowel de tentoonstellingen als het gebruik van multimedia daarbij. Zie http://martellomedia.com/ voor de website van zijn bedrijf en http://www.cliffsofmoher.ie/AtlanticEdge.aspx voor een voorbeeld van een van die gebouwen met multimedia.

Mijn eigen presentatie ging over flexibiliteit zoals dat beschreven wordt door Betty Collis en Jef Moonen in hun boek "Flexible Learning". Het idee dat in het eerste hoofdstuk van het boek wordt gepresenteerd gaat om "flexible learning, it's not just about distance". Na het bespreken van een aantal voorbeelden wat er dan nog meer flexibel kan zijn aan leren behalve de afstand (inhoud, toegangseisen, toetsing, media, etc.) ben ik ingegaan op het implementeren van ict en flexibel onderwijs. Na het bespreken van de verschillende stadia in een implementatieproces heb ik dat gekoppeld aan de personen die in die verschillende stadia een rol spelen. De "academic middle manager" blijkt dan in alle fases van het proces een belangrijke rol te spelen. Hij (of zij) moet initieren, stimuleren, en ondersteunen. Dit kan top-down of bottom-up en zoals je zult begrijpen zal het meestal een combinatie van deze twee zijn.

Naast het algemene idee van top-down en bottom-up heb ik het concerns-based adoption model besproken (Hall & Hord, 1987; Hord, Rutherford, Huling-Austin, & Hall, 1987; Loucks-Horsley & Stiegelbauer, 1991). Dit model gaat er vanuit dat iedereen die met veranderingen te maken heeft met verschillende soorten vragen zit. In het begin van een verandering zullen deze vragen zelfgericht zijn (waarom moet ik er iets mee? moet ik er wel iets mee), daarna worden de vragen taakgericht (wat moet ik er mee? waarom kost het zoveel tijd?) en uiteindelijk gaan de vragen over impact (wat vinden mijn studenten er van? wat kan ik doen om het beter te maken?). Zie http://www.nas.edu/rise/backg4a.htm voor meer informatie. Belangrijk is dat je weet wie in jouw onderwijsvernieuwingsproject meedoen en met welke vragen ze zitten. Deze vragen moeten zo snel mogelijk beantwoord/opgelost worden, zodat je weer verder kan in het proces.

Groot succes is altijd het bespreken van de kleurentheorie van De Caluwe (1998) (http://www.decaluwe.nl/ne/veranderkunde.html). Ook deze keer. Ik heb de 5 kleuren besproken en daarna aan iedereen gevraagd welke kleur ze denken te zijn. In relatie tot het vorige model is het natuurlijk van belang dat je niet alleen weet welke kleur je zelf bent, maar ook wat de kleur van anderen is, zodat je daar op in kunt spelen. Een interessante oefening die ik iedereen kan aanraden!

vrijdag 9 november 2007

Pedagogies for Flexible Learning supported by Technology

Een van de vakken die ik verzorg op de UT is het vak Pedagogies for Flexible Learning supported by Technology. Het is een vak in een van de master tracks van Educational Science and Technology. Samen met de studenten bespreek ik verschillende onderwijskundige benaderingen, we hebben discussies over wanneer onderwijs nu flexibel is en wanneer niet en we onderzoeken de mogelijkheden die technologie biedt om een flexibele onderwijsbenadering te ondersteunen.

De afgelopen week hebben de studenten een template ontwikkeld voor docenten. Het idee daarachter is dat de meeste docenten in het hoger onderwijs geen lerarenopleiding en/of onderwijskunde hebben gevolgd en zich dus niet altijd bewust zijn van andere mogelijkheden van lesgeven dan dat ze al gewend zijn. Het idee is dat ze toch gestimuleerd kunnen worden om hun onderwijs anders aan te pakken door het aanbieden van een bepaald soort ondersteuning: een template die gebruikt kan worden om een les of een serie lessen vorm te geven.

Er zijn interessante dingen uitgekomen. Studenten hebben nagedacht over o.a. competentiegebaseerd leren, probleemgestuurd leren en samenwerkend leren. De templates die ze ontwikkeld hebben geven docenten heel aardige hulpmiddelen om hun onderwijs op een bepaalde manier in te richten. Het template bestaat in de meeste gevallen uit een paar kopjes met invulvelden en een aantal vragen of hints om de docent te helpen om de invulvelden in te vullen. Daarnaast houden de studenten een betoog waarom het template zo handig is voor de docent.

Geen van de studenten vraagt zich echter af of docenten behoefte hebben aan zo'n template. Geen van de studenten vraagt zich af hoe docenten weten dat zo'n template bestaat. Geen van de studenten vraagt zich af of een docent die tevreden is met z'n eigen manier van lesgeven wel wil veranderen. Nu heb ik ze dat ook niet gevraagd, maar toch...

Op basis van hun template gaan de studenten de komende week mijn vak Pedagogies for Flexible Learning supported by Technology herontwerpen. Ik krijg dan te horen hoe mijn vak competentiegebaseerd, probleemgestuurd en samenwerkend kan worden en hoe ik mijn elo (of een andere technologie?) daar het beste bij kan gebruiken. Ik ben benieuwd wat het wordt!

donderdag 8 november 2007

Onderwijsinnovatie

Wat ik doe? Ik hou me bezig met onderwijsinnovatie. En dan met name de implementatie daarvan. Mooie woorden "onderwijsinnovatie" en "implementatie".. Ze zijn breed genoeg om er van alles onder te laten vallen. En dat is handig en onhandig tegelijk, want een beetje afbakening is toch wel nodig.

Ik ben geinteresseerd in het gebruik van ict en media in het onderwijs. De onderwijsinnovaties waar ik iets mee doe hebben daar dan ook over het algemeen mee te maken.

Ik ben ook geinteresseerd in organisaties, in manieren waarop organisaties bezig zijn met onderwijsvernieuwing en ict en in manieren waarop de onderwijsvernieuwing geimplementeerd wordt (in de praktijk wordt gebracht).

De berichten die ik in mijn blog plaats zullen dus met name over bovenstaande punten gaan. Interssante aspecten die ik tegenkom in projecten of in artikelen zal ik proberen te beschrijven. Daarbij zal ik mezelf steeds de vraag stellen: wanneer is een onderwijsinnovatie een succes en wat is de rol van ict en media daarbij?